Na het geweldige feest van de doop en het afscheid besteden we de eerste 2 weken om over de Wadden te zwerven. We rusten goed uit, geven alle proviand een plaatsje, doen vele kleine klusjes aan boord en ontwikkelen onze routines van op en aftuigen, varen, navigeren, borrelen, koken, afwassen, slapen. Ook de nodige probleempjes moeten nog opgelost worden. Bij vertrek blijkt bij de Furlex voorstag installatie een heel klein palletje verbogen te zijn. De hele voorstag moest eraf, maar Bert Koeman heeft de juiste onderdelen en weet het gelukkig snel te herstellen. De sateliet terminal wil ook maar niet werken en met hulp van Jacques Rutten gaat de terminal terug naar de leverancier. Dat betekent wachten op reparatie, we kunnen dus voorlopig de Nederlandse wateren niet verlaten. De watertank lekt nog behoorlijk, dus daar gaat het deksel van af om hem van binnen uit opnieuw te kunnen epoxyen.
Vanuit Den Helder maken we een tripje naar Texel en eindelijk zijn we zover om te vertrekken. De onderdelen voor de Inmarsat C moeten besteld en daar willen we niet maanden op wachten, we hebben er maar 15. Dus de terminal moet maar nagestuurd worden zodra hij gerepareerd is. Bij de voorbereidingen zijn we vergeten een nieuwe kaart van de Wadden te kopen. Bij het aanlopen van Terschelling zoeken we naar de westelijke vaargeul. Op het moment dat er een bergingsschip door vaart zien we de geul dus sturen erin. Het blijkt toch niet zo diep te zijn. Onze Zeebra blijkt helaas geen kangoeroe te zijn, we stuiteren met harde klappen over het wad. Binnen de kortste keren zitten we aan de grond en komt hetzelfde bergingsschip direct terug naar ons om ons vlot te slepen. Tja, dat hij er vaart wil nog niet zeggen dat wij er ook door kunnen, zegt de man met een brede glimlach. Het gebeurt wel vaker dat mensen die op wereldreis gaan stranden op de wadden. Laatst had hij nog een wat oudere man van het wad gesleept die al na een maand weer verder kon! Dat is een fijn vooruitzicht. Hij zegt dat dit standaard verzekeringswerk is en gaat ermee aan de slag. We hopen dat we geen schade hebben opgelopen. Als we de vloerpanelen open maken en er plassen water in zien staan zijn we niet gerust, maarhet blijkt zoet water te zijn, dus dat moet een andere oorzaak hebben. De volgende dag is er nog geen bericht van de verzekeraar en wil hij toch graag geld zien. Wij hebben geen zin om dagen lang op Terschelling te blijven, want we hebben al zo veel vertraging gehad. We hebben onze eerste doelstelling Vlieland gehaald, maar we willen ook de rest nog zien. Hij begint nog over aan de ketting leggen. Dat heeft ook wel wat, maar we betalen hem 500 Euro en hij belooft dat hij het geld terug zal geven als de verzekeraar alsnog betaalt. De volgende morgen gaat de telefoon. De verzekeraar zal 2000 Euro uitkeren omdat de berger schade voorkomen heeft, dus wij krijgen onze 500 Euro direct terug. Leuke verzekering truc. We krijgen inmiddels wel meer begrip voor mensen die al op Vlieland hun wereldreis aan de wilgen hangen, je moet wel kunnen incasseren. Wegkomen uit Nederland blijkt toch niet zo makkelijk als gedacht.
Op 14 juni willen we net vertrekken naar Helgoland en daar komt Bob Hanenberg als deelnemer aan de Schuttevaer race binnen gelopen (zeilen, fietsen, hardlopen). De hardloper van zijn ploeg is net vertrokken. We varen samen uit. Bob vervolgt de wedstrijd en wij beginnen nu echt aan onze grote reis. Nadat het ‘s nachts lekker gaat waaien en we 12 uur lang Terschelling nog hebben zien liggen, belanden we na 28 uur zeilen op deze Duitse rots. We liggen 8 dik, want het is weekeinde en dan gaan alle Duitsers even heen en weer om tax free drank en sigaretten in te slaan. Wij slaan ook wat wijn is, maar naar later blijkt veel te weinig. We lopen het eiland rond om alle broedende vogels op de rotsen te bekijken, er zitten ook rijen niet-pinguïns (Lummenfelsen) die wel op pinguïns lijken. Een leuke excursie, overal staan bordjes met uitleg over de geschiedenis van het eiland en de vogels die er broeden.
Van Helgoland naar Thyboron in Denemarken wordt het recht voor de wind met onze half winder erop. Zo varen we bijna 30 uur in het zonnetje als opeens donkere wolken zich samen pakken. We trekken onze zeilpakken aan, halen de zeilen eraf en wachten af wat komen gaat. Het begint met windkracht 8 en een enorme stortbui. Caroline besteedt de tijd nuttig met het maken van tompouces. Als de eerste bui voorbij is met bliksem tussen de wolken zie ik een tweede bui met allemaal bliksemschichten naar beneden. Foute boel dus. We binden een jockey paal aan de achterstag vast en hangen hem in het water om als bliksemafleider te dienen. We leggen de hand GPS in de oven (kooi van Faraday) en gaan allebei binnen zitten. Even later een lichtflits en klap tegelijk en we duiken in elkaar. Het eerste wat Caroline zegt is : heb jij de marifoon uitgedaan? Ik antwoord met nee, en de radio is ook uit. We zijn dus geraakt. De stuurautomaat stond op standby en met een druk op de knop gaat die weer verder. De wind en diepte/snelheidsmeter en het stoomlicht zijn ook stuk. Verder lijkt alles te werken en er is geen zichtbare schade aan de boot. We varen onder de indruk de laatste uren op de motor door naar Thyboron.
Na 35 uur varen zijn we in de visserhaven binnen gelopen. Het blijkt dat het onweer boven land een tornado gevormd heeft die een aantal huizen weggevaagd heeft en er zijn meer dan 100.000 bliksemschichten geregistreerd. Het ergste onweer van de afgelopen 40 jaar op 18 juni 2002 en daar zaten wij midden in! De volgende morgen staan 2 vrolijke Denen aan boord en nemen al onze apparatuur mee. De marifoon komt een paar uur later gerepareerd terug, maar de meters zijn stuk. Ik schroef zelf de radio uit elkaar en die heeft brandplekken binnen in. We moeten de energie monitor resetten en een paar zekeringen vervangen. Als we de marifoon gaan testen blijkt die toch nog niet te werken. Ik bel de Denen weer op en zo kijk ik vanuit de telefooncel omhoog naar de mast en ontdek ik dat de bliksem de marifoon antenne eraf geslagen heeft. We besluiten om niet door te varen naar Noorwegen maar via de Limfjorden naar Aalborg door te varen om daar de meters en een marifoonantenne te kopen. Marieke en Roel hadden ons bij het afscheid nieuwe kaarten van Denemarken gegeven en hadden verteld dat de Limfjorden zo mooi waren, dus we gaan een kijkje nemen. De Limfjorden bestaan uit een 100 zeemijl lange aaneenschakeling van meren, smalle doorvaarten met een vaargeul en bruggen. Soms wordt het wel heel erg smal en na onze ervaring op het wad slecht voor je zenuwen. Ik vond het net de Grevelingen of Veerse Meer in Zeeland. Het wordt nu ook een stuk kouder en natter.
Denemarken is duur en we komen met weinig uit de supermarkten terug. Internetten doen we tussendoor gratis in de bibliotheek. Uit eten voor 18.00 uur want dan is het half geld. We douchen samen, dat is soms maar 1,5 minuut per persoon en kost tien gulden. In Aalborg zien we de Prinses Juliana liggen, het oude opleidingsschip uit Medemblik dat nu een luxe restaurant is. Midzomernacht is koud en het waait hard dus in plaats van grote vreugdvuren om 23.00 uur gaat iedereen om 21.00 naar huis en zitten wij op de boot te klappertanden. Ik ga 2 keer de mast in om de windset en de marifoonantenne te vervangen, inclusief bedrading. Een autoradio kunnen we niet kopen want die koop je samen met je auto en niet in een winkel! We kunnen nu eindelijk verder en op 27 juni bereiken we het Kattegat. Met licht en warm weer bereiken we Skagen waar net 4 dagen groot feest op de kade is. De havens zijn zo vol dat we bij een steiger van een bedrijf moeten gaan liggen. We liggen hier gratis met nog andere Hollanders uit Enkhuizen. We lopen met harde wind en regen naar het Noordelijkste puntje van Denemarken en aanschouwen het Skagerak.
Op 1 juli motoren we het Skagerak op. Onwetend van wat er komen gaat. Als een paar uur later de wind opsteekt hijsen we de halfwinder. Hij staat koud een half uur of hij gaat er weer af want de wind steekt op en het begint te regenen. We reven al snel het grootzeil, even later de genua, daana rif 3 in het grootzeil, we gaan voor het eerst de genua dubbel reven en nog voor middernacht is het gedurende lange periodes windkracht 8 met vlagen tot 9. We varen nu ruim 6 knopen zonder grootzeil en een heel klein puntje genua. Af en toe komt er een grote boot langs die even komt kijken hoe het met ons gaat, we zijn niet alleen. Als we helemaal moe gebeukt zijn op de grote golven verleggen we de koers naar de dichtstbijzijnde haven Christiansand en lopen daar na 21 uur varen binnen. Het zonnetje gaat schijnen en wij duiken om 12 uur ‘s middags onze kooi in. We worden ‘s avonds weer wakker van het Quart festival, het grootste popfestival van Noorwegen, met als top artiest David Bowie (en wat te denken van Ramstein?).
De weken erna gaan we fjorden varen. We maken steeds dagtochten van zo’n 50 tot 60 zeemijlen. Een paar dagen mooi weer en ook een paar dagen regen. Het is hoog zomer en dat betekent zo’n 15 graden overdag, maar als er zon is, is het lekker warm. Navigeren doen we op de computer om zo alle rotsen onder water te kunnen ontwijken. De diepe en brede fjorden zijn fantastisch om in te zeilen. De mooiste tocht maken we naar de Prekestolen bij Stavanger. Maar windvlagen in de fjorden betekent ook veel zeilen trimmen, dus naast het genieten ook hard werken. Een dag staat er veel wind als we over de Noordzee buitenom varen en lopen we op onze genua 10,7 knopen! Bert, is dat een record voor onze Zig Zag Technology genua?
Het wordt tijd om eens te gaan vissen. In Stavanger krijg ik een paar tips van een Noor en weet ik binnen 10 seconden een grote Sei te vangen (Koolvis). We kopen ook weer een autoradio zodat we weer muziek en weerberichten/nieuws hebben. Noorwegen is een stuk duurder als Denemarken en de wijnvoorraad raakt op. Wijn kun je uitsluitend bij een staatswinkel krijgen en je moet een koffer geld meenemen. We komen regelmatig onze Hollandse vrienden die we in Skagen ontmoet hebben tegen en zij hebben gelukkig nog een paar flessen aan boord. Ligplaatsen zijn regelmatig gratis en het internetten in de bibliotheken ook weer dus we kunnen wel binnen ons budget blijven. In Bergen ligt onze gerepareerde stuurautomaat van de kachel bij het postkantoor en we kunnen eindelijk weer ons kacheltje gebruiken. Hij rookt eerst stevig en onze buren staan plotseling bij ons aan dek, ze denken dat de boot in brand staat en komen de boel blussen! We kunnen met een Duitser alle kaarten van Noorwegen ruilen tegen de Shetlands. Onze volgende stop. De Duitser is goed georganiseerd, hij heft een lijstje met alle prijzen van kaarten en pilots zodat het een eerlijke deal wordt.
Op 14 juli varen we op aanraden van een Brabantse Noor naar de kust en wachten goed weer af. Op 15 juli beginnen we met licht weer aan onze oversteek naar de Shetlands. Het wordt onze grootste afstand zeilen tot nu toe. Voor het eerst gaat onze Zig Zag Technology genua eraf en de genua 1 erop. We leggen 213 zeemijlen in 46 uur af. We moeten daar 12 uur van motoren wegens gebrek aan wind. ‘s Nachts blijft het gewoon licht want we zitten midden in de zomer. De eerste avond om 23.00 uur horen we plotseling een plons, en jawel dolfijnen! Een hele groep van wel zo’n 10 dolfijnen om ons heen. Af en toe maakt er een een hele hoge sprong, het lijkt wel de dolfijnenshow in Harderwijk. Het is geweldig, omdat het schemerig is kunnen we geen fotos maken. Ze blijven zo’n uur bij ons in de buurt en helpen ons de nacht door te komen. Af en toe is het vechten tegen de slaap en als je een paar uur geslapen hebt ben je daarna nog steeds moe. Wel merken we dat het de tweede nacht makkelijker is. Buiten is het helder maar ook ijskoud, het driedelige pak (termisch ondergoed, fleece pak en ademend zeilpak), de handschoenen, mutsen en dassen komen goed van pas! We moeten alle Nederlandse vissers ontwijken die de Noordzee hier aan het leegscheppen zijn. Ze varen met 2 boten met enorme netten ertussen.
Als we de eerste rotspunt van de Shetlands passeren zien we een zeeleeuw zonnen op een rotspuntje. Er vliegen ook veel papegaai vogels rond (Puffins). Dit is de echte natuur. Het licht is hier ook veel helderder zonder al die luchtvervuiling. We varen binnen met voor ogen alle dia’s van de lezing van Henk de Bruin, gemaakt tijdens het rondje Noordzee (Den Helder – Shetlands – Haugesund). We zijn de enige Hollandse boot in de haven, samen met een Zweed, een Deen, een Duitser en een handje vol Noren. Het weer is mooi en we genieten van de plaats Lerwick. Na een tijdje vaart ook de Noorse driemaster binnen. Het is tijd voor wat kleine reparaties aan de boot, een paar grote wassen, plunderen van de supermarkt (wat hebben ze hier veel en het is betaalbaar, geen 10 gulden meer voor een fles cola of 7 gulden voor een brood) en de marifoon wordt opgehaald want die werkt nog steeds niet helemaal goed. We huren een auto om het eiland te verkennen.
We hebben nu exact 1234 zeemijlen afgelegd. Morgen gaan we weer verder naar de Orkney’s en dan door naar Ierland. We houden het tempo er goed in.
Vernon en Caroline.