visverhalen door Vernon
Het is een mooie zeildag als we vertrekken uit Mindelo. De komende weken moet het gaan gebeuren: vissen om te overleven. Nou ja, anders moeten we uitsluitend blikvoer eten en iets vers tussendoor is wel zo lekker en gezond. Alles wat we tot nu toe gevangen hebben is oefening geweest, kijken of we het wel kunnen. We hebben er vertrouwen in en al in de haven gaat de lijn uit. De volgende ochtend vangen we onze eerste Dorade van 45 cm. Dat gaat prima zo. Weer een dag later gooien we het aas uit en even later zit er een Dorade van 46 cm aan. De vissen smaken uitstekend. We slaan maar een dag over want elke dag vis eten is ook een beetje overdreven. De vijfde dag doen we weer een poging en direct een Dorade van 40 cm. Normaal gesproken maken we de vis schoon door de kop eraf te halen, de ingewanden eruit, de staart eraf, rug en buikvin eruit snijden en de huid eraf te trekken. Deze vis ben ik helemaal gaan fileren. Na een half uurtje ploeteren liggen er vier mooie filets op de snijplank. Caroline krijgt net een recept voor Dorade uit Nederland via de e-mail binnen en daar is een visfond voor nodig. Nou liggen er dagelijks vliegende vissen aan dek, als Caroline ze al niet tegen haar hoofd gehad heeft! Ik maak een grote vliegende vis schoon voor de fond. Caroline bereidt een uitstekende maaltijd.
Twee dagen later gaan we weer eens vissen maar we zijn nu halfweg naar de Carib en het hengelen gaat een nieuw karakter krijgen. De eerste vis die vandaag bijt is een geheel nieuwe ervaring. Normaal ratelt de reel (molen) als er een vis aan hangt, maar nu komt er één hoge fluittoon uit en ik vrees dat de reel uit elkaar zal spatten. Als ik enkele seconden later bij de hengel ben en het wieltje van de slip aandraai is er al ruim 100 meter lijn uitgetrokken. De vis ontsnapt. Dat was dus een grote vis, terwijl we toch maar met klein aas vissen. We hebben immers geleerd dat klein aas voor kleine vissen is en groot aas voor grote. Een uur later is het weer raak. De vis hapt een paar keer, maar steeds niet aan de haak. Als ik de uitgetrokken lijn weer wat indraai zie ik de vis achter het aas aan zwemmen en happen. We worden nog twee keer geplaagd totdat aan het eind van de dag een Dorade van 40 cm hapt. Meestal hebben Dorades hele mooie kleuren, zilver met goud en blauwe strepen of stippen. Als de vis aan de lijn boven water bungelt is deze helemaal goud. Onvoorstelbaar zo mooi. We besluiten deze een dag te bewaren als Kerstdiner. Ook deze wordt helemaal gefileerd, vervolgens gepaneerd en we eten met kerst fish & chips.
De volgende morgen gooien we eens een rood/witte inktvis over boord en even later weer een grote vis die er pardoes met het aas en de complete onderlijn vandoor gaat. Dan maar een blauw dolfijntje (koosnaampje van Caroline) als aas, direct op de lijn, zonder onderlijn. Het duurt tot het einde van de dag als weer de hengel 'af' gaat, hoe anders moet je de explosie van de reel beschrijven. Ik draai snel het wieltje aan en de hengel gaan helemaal krom. We hebben beet! Caroline pakt gauw de gordel en gespt deze bij mij om. Ik maak de hengel voorzichtig los en neem hem in de gordel. Ik tuur de golven af en twee golven achter ons zie ik opeens een enorme vis de lucht in springen. De strijd begint. Als de vis wat dichter bij is springt ie weer de lucht in. Het is een Dorade van wel een meter! De strijd gaat door en wederom springt de vis omhoog. Als de vis een paar meter achter de boot zit zie ik opeens rare dingen aan de lijn. Voordat ik me realiseer wat er aan de hand is breekt de lijn en gaat de vis er vandoor. Wat is er aan de hand? Blijkbaar tolde het 'dolfijntje' door zijn asymmetrische staart in de rondte. Bij het aas is de lijn een hele kluwen geworden en daar ook gebroken. Snel een nieuw dolfijntje met onderlijn erop, maar er hapt geen vis meer die dag.Twee dagen na kerst gaan we opnieuw vissen. Het aas is een klein rubber roze inktvisje met een loden bal in zijn kop en een haak tussen zijn tentakels. Het inktvisje is al behoorlijk gehavend. Er missen tentakels en sommige zijn wat korter, er hangt een stuk plastic los van zijn hoofd en de haak is helemaal verroest. Ik besluit het aas eens wat op te knappen door een nieuwe haak eraan te zetten. Het aas gaat overboord en binnen het uur weer die enorme fluittoon omdat er een grote vis met het aas naar de diepte gezwommen is. Zodra ik het wieltje aandraai keert de rust terug. De druk is van de reel en de hengel, maar bij het indraaien van de lijn blijkt het aas weg te zijn. Het aas waar we 6 Bonito’s, 6 Dorade’s een Lararto en een Bikuda mee gevangen hebben is verdwenen. Ik controleer de onderlijn en ik had blijkbaar de knoop om de nieuwe haak niet goed aan getrokken. Stom. Het andere roze inktvisje was al door een tonijn voor de kust van Portugal gejat, dus nu moeten we op een andere kleur over gaan. We vrezen het ergste. Een geel/rode gaat eraan en onze vrees wordt realiteit. De hele dag hapt geen vis meer in dit onsmakelijk stuk plastic. Is dit het einde van ons visavontuur?
De volgende morgen gaat de lijn uit MET onderlijn. Als ik na drie uur van mijn wacht wakker wordt blijkt de lijn weer helemaal gedraaid te zijn. De onderlijn heeft dus niet geholpen en ik begin aan een urenlange klus om de lijn te ontrafelen. Het is onbegonnen werk en ik moet een stuk van de lijn afsnijden. Terug weer naar de inktvissen, maar we hebben alleen nog maar grote en de loden ballen zijn op. Een grote inktvis kort ik voor de helft in door de tentakels er grotendeels af te snijden. Er ligt nog één klein stukje lood en dat gaat de kop in. De haak hang ik zo ver mogelijk naar achteren zodat die zo ver mogelijk in de strot van de vis terecht zal komen. (nog lezers over?) Een nieuwe onderlijn eraan en we zijn klaar om het weer eens te gaan proberen.
Het is 17.55 en we staan allebei binnen om de afwas te doen. We zijn de hengel eigenlijk alweer vergeten. Het is bijna donker dus zodirect gaat de olielamp aan (om elektrische stroom voor het toplicht uit te sparen) en zullen we de lijn voor de nacht binnen gaan halen. De reel gaat af. Niet één lange fluittoon zoals de andere keren, maar schoksgewijs. Ik sprint naar de hengel en Caroline komt achter me aan met de gordel. Ook mijn schoenen staan klaar om aan te trekken. Een vaste routine om daarmee de vis in bedwang te houden, maar ik neem de tijd niet want ik concentreer me al op de vis. Deze begint hard naar bakboord te zwemmen terwijl ik aan stuurboordzit. De hengel staat helemaal krom en deze achterlangs de windmolen paal manouevreren zal waarschijnlijk verlies van de hengel tot gevolg hebben. Dan de vis maar naar stuurboord dwingen. Het grote gevecht begint. De vis komt langzaam dichter bij de boot en ik zie in het kristal heldere water dat het een hele grote Dorade is. Als ik de vis even boven de golf trek komt die op zijn platte zijkant terecht en kan ik snel wat inhalen, maar zodra de vis weer in de golf verdwijnt probeert die weer zo hard mogelijk weg te zwemmen. Uiteindelijk zit de vis aan stuurboord net onder de waterspiegel.
Ik draai me om en zet me schrap achterop de boot. Zo heb ik de meeste bewegingsruimte voor de vis. Als een vis met zijn hele geweld aan de lijn blijft zitten, moet ik deze ook boven water kunnen krijgen zonder dat de lijn breekt. Ik waag het erop. Caroline gaat binnen staan om de kuip vrij te houden. Ze heeft snel alle spullen uit de kuip weg gehaald behalve mijn schoenen. Het wordt nu alles of niets. Ik draai de lijn strak, trek de vis uit het water en stop even. Dit is The Big One. Behendig zwaai ik hem over de railing en de vis belandt aan de andere kant van de kuip op de bank. Hij spartelt nu hevig. De vis valt op de vloer, boven op mijn schoenen. De hele kuip is gevuld. Ik laat de hengel los en er ligt nu een vis, 2 schoenen en een hengel in de kuip. Hulpeloos kijk ik toe. Dan begint de vis te bloeden en de spatten vliegen in het rond. Snel handelen is nu geboden en ik graai mijn schoenen onder de vis vandaan, gooi een handdoek over de vis voor grip, zet mijn voeten op de handdoek, pak de lierhendel en begin de kop van het beest in te slaan. Langzaam komt de vis tot rust. De haak laat ik nog even zitten want ik wil niet in de buurt van de enorme rij tanden komen totdat de vis geen beweging meer maakt. Caroline pakt het meetlint en als ik hem langs de vis leg blijkt die 88 cm lang te zijn. Ik verwijder even later de haak en we dekken hem goed af met een handdoek. De handdoek is te klein en de enorme staart steekt uit. Mooie blauwe stippen in het avondlicht.
Tijdens de wachten gedurende de nacht bedenken we gerechten. Het wordt weer fish & chips en een stoofpotje. Ik ga aan de slag om het beest te fileren. Om de kop eraf te krijgen moet het grote broodmes erbij komen. Het fileren gaat ruw, want het is toch veel te veel. Als we een paar kilo filet hebben gaat de rest overboord. Die dag eten we vier hele grote fishsticks en kookt Caroline een pan vol vissoep. De staart wordt traditiegetrouw als trofee opgehangen, aan het touwtje met alle andere visstaarten, net onder de radar. We lopen na twee weken voldaan Bridgetown op Barbados binnen. Het vissen is succesvol geweest.